Project III.1
Als leraar zal je in je loopbaan zeker en vast te maken krijgen met leerlingen met speciale noden. De kans is groot dat er later in je klas bijvoorbeeld één of meerdere hoogbegaafde leerlingen zitten of leerlingen met een leerstoornis of een gedragsprobleem.
Alle kinderen in een klas zijn anders. Ze hebben een verschillende achtergrond, andere interesses en - op de identieke tweelingen na - zien ze er ook allemaal anders uit. Deze verschillen zijn voor een stukje ook relevant voor je lesgeven: een W.O - thema kan beter aanslaan dan een ander, de ene leerling kan goed zwemmen, de andere is goed in gymnastiek enz.
Het is de bedoeling dat je de hulpvraag van de leerlingen probeert te lezen. Daarnaast is het van groot belang dat je als leerkracht op een adequate manier op noden van leerlingen kan inspelen. Daarvoor heb je een degelijke achtergrond nodig over mogelijke speciale noden bij leerlingen.